Hommage aan Martin Monnickendam
Hoofdstuk uit: Hommage aan Martin Monnickendam.
Mr R.J.C. van Helden, 5 februari 2009
Het begon allemaal met 'Het Straatje', een schilderij uit 1926.
Als klein kind ging ik op een stoeltje zitten en kijken. Kijken naar het geheimzinnige huis rechts en de dames op de straat: de linker was mijn moeder, althans dat dacht ik.
Het schilderij heeft een prachtige diepte, versterkt door de donkere vlakken aan weerszijden en je kunt zo het straatje in stappen. Monnickendams werk is zo herkenbaar. Het is de kleur van zijn werk, de compositie en vooral de levendigheid die blijven boeien. Monnickendam schilderde wat hij leuk vond. Dat kon ook want hij was succesvol en verdiende goed en dan hoef je je geen zorgen te maken of het schilderij nu wel of niet verkocht wordt.

Hij vierde triomfen met zijn theaterloges. En die zijn ook opvallend. Niet alleen omdat hij het publiek schildert in plaats van hetgeen zich afspeelt op het toneel, maar meer nog, de wijze waarop.
Het is alsof hij een foto heeft genomen en dan vanuit een ongewone hoek. Eerder schreef ik al over het schilderij 'École des Arts et Métiers'. Een schilderij dat knap in opbouw is, van een ongewone hoek 'genomen' en dat je nieuwsgierig maakt naar waar men naar zit te kijken.

Met dit schilderij trok hij nationaal en internationaal de aandacht. Zijn theaterloges waren daar een vervolg op.

Een mooi voorbeeld hiervan is de Loge in het Paleis voor Volksvlijt. Centraal staat de zittende man die iets naar voren leunt: broer Jacques. Het is fascinerend te zien hoe hij dat bereikt: door gebruik te maken van lichteffecten. Links zitten de figuren in het gaslicht en rechts is het donker. Het foto-effect wordt versterkt doordat de vrouw vooraan met haar arm over de leuning hangt.

Zijn Entr'acte kent weer een andere opbouw waar een vrouw met haar toneelkijker de centrale figuur is. Het laat ons ook de gezelligheid van het theater uit die tijd zien: men rookt, de kopjes koffie worden meegenomen, men heeft zijn jas aan en men babbelt wat met elkaar. En midden boven kijkt Monnickendam zelf ons met een grote grijns aan.
Bij elke theaterloge bedenkt hij weer iets nieuws, een nieuwe hoek, een andere opbouw van het publiek of hij speelt met licht en donker. Fascinerend. Mooie kleuren, warm.

Die warmte zie je ook in 'De rode loper' waar een dame in avondtoilet de trap afloopt. Ook hier weer is het foto-effect weer aanwezig. Het is een harmonieus geheel en de aandacht op de dame wordt versterkt door de heer die vlak achter haar staat. Het schilderij heeft ook iets geheimzinnigs: wat is het voor feest?
De klok wijst het midder nachtelijk uur aan. Assepoester? Is het een paleis, een grachtenpand of een theater?

Zo heel anders is de Beurs van Zocher. Ook hier het foto-effect door de twee donkere pilaren aan weerszijden: de kijker wordt zo in het schilderij getrokken. Het bruist, je hoort het lawaai van de koetsen, je hoort de honden blaffen. Een en al bewegelijkheid.

De ontvangst van de Lord Mayor (1929) is een ander voorbeeld van zijn kunde om een groep mensen boeiend vast te leggen.
Het schilderij toont de kijker de ontvangst van de Lord Mayor in het paleis op de Dam.

Er is nog geen elektriciteit: de kronen met kaarsen verlichten de zaal, je voelt de warmte van die kaarsen. De kijker ziet de belangrijke gasten.
Monnickendam beeldt rechts zichzelf af samen met freule De Ranitz, zwierig. Zijn echtgenote en kinderen zitten, stijfjes, daarachter.
De vloer is marmerglad geschilderd in tegenstelling tot de rest van het schilderij, waardoor het diepte-effect sterker wordt.

Monnickendam heeft het gezelschap gevangen in haar losse doch voorname optreden. Als je even wacht, hoor je het geroezemoes.
Het schilderij leeft !












Straatje in Bretagne
1926













École des Arts et Métiers
1908











Loge
Paleis voor Volksvlijt
1915







Entr'acte - 1912











De Rode Loper - 1920









De Beurs van Zocher
1903







De Ontvangst
van de Lord Mayor
1929